Passie voor ervaringsgericht leven en leren

Mijn passie voor ervaringsgericht leven en leren ontstond – als ik nu terugblik – in de bossen, op de hei en de vakantie met leeftijdsgenoten in de natuur. Ik was toen 15 jaar. Muizen tellen door ze te vangen en een nagel te lakken en daarna vrijlaten. Het aantal en de soorten, ook van vele andere dieren, gaven we door aan de gemeente. In de hoop dat het bos behouden werd en de golfbaan er niet kwam. Tot mijn 25e bleef ik bij deze fijne club. Op je 25e werd je er anders ook uit geschopt. Was je een oude sok. Jaren later geniet ik nog van deze tijd. En blijkt het een levensstijl te zijn. Ik noem dat nu ervaringsgericht leven en leren. Of van binnen naar buiten leven.

Wie heeft de leiding?
Ervaringen die ik op deed met leeftijdsgenoten, zonder dat er iemand de leiding had. Om de beurt nam ieder het initiatief vanuit het verlangen iets te willen delen. Libellen en mossen onderscheiden leerde ik van Frank, waterbeesten van Ward, vogels van Hans.

Dit wisselen van leiderschap zag ik tijdens mijn Pikler pedagoog opleiding op een filmpje terug. 14 weeskinderen in Hongarije van ruim 3 jaar oud, spelen buiten op een kleed en doen alsof ze naar bed gaan. Om de beurt springt iemand op en roept liefdevol en vrolijk: ‘wel te rusten allemaal’. De ondertiteling bij dit beeld raakt me: elk kind heeft om de beurt de leiding. Niemand is de baas over de ander… deze kinderen zijn op het einde van hun derde levensjaar.

Maatstaf van een fijn leven
Onbewust nam ik dit gelijkwaardig en samen optrekken, als maatstaf voor fijn leven. Zowel bij opleidingen als op de werkvloer. Ik bleef als ze gelijkwaardig en ervaringsgericht waren. Zo niet dan nam ik de afslag.

Kleuterleidster was ik daardoor een korte periode. De opleiding was prima. De praktijk eind jaren 70 met de komst van de CITO toets was dramatisch. Toen ik mezelf op het schoolplein aan een tafeltje zag zitten en elke kleuter moest laten zien hoeveel blokken hij kon stapelen, was ik er klaar mee.

Mijn ervaringen en observaties hoe kinderen zich ontwikkelden waren van ondergeschikt belang. Deze testen, waardoor je kinderen uit hun spelen, ontdekken haalde, waren zinloos en schadelijk. Voor zowel het kind als mezelf.

Van binnen naar buiten leven
Ik ging de vrije tijd van kinderen opzoeken en schoolde me om tot creatief cultureel werk. Werken met kinderen uit achterstandswijken, mee speel theater met hen doen. Leren op de leefwerkschool waar kinderen tussen de 3 en 18 jaar geborgen, gelijkwaardig in vrijheid leren en leven. Dit was wat ik herkende en zag dat je van binnen naar buiten leeft en leert.

En waar ik nu sta? Met het oprichten van een ouder-kind Centrum voel ik me als een vis in het water. Het is dubbelop genieten. We creëren een community waar de ouder de verbinding met zichzelf, andere ouders en het eigen kind, met plezier en gemak kan leggen. Anderzijds zie ik wat het kinderen doet om leeftijdsgenoten om je heen te hebben. Zowel de ouders als de kinderen ervaren ruggensteun & gelijkwaardigheid bij elkaar.

Mijn Schotse, Indiase vriendin, wonend in Nederland, noemt het een vriendschap-familie. Je eigen familie zit ver weg. Onze community dichtbij waardoor je vrienden als familie voelen. Het was ontroerend raak.

Helen